zaterdag 14 mei 2016

Ben het spoor bijster






shiru hito mo
shirarezarikeri
utakata no
uki mi wa izaya
mono wasure shite


 

j’ai perdu la trace
des gens que je connaissais
dérisoire écume
la vie flotte en peine - va
puisque tout va dans l’oubli




ben het spoor bijster
van mensen die ik kende
bespottelijk schuim
leven is drijven in pijn
opgaan in vergetelheid



(naar Ono no Komachi)

Hangviooltjes






ach, lief viooltje,

viola, violaceae.

jouw naam betekent

bescheiden, maar toch lijk je,

oh jeeh, een beetje brutaal



Gezien bij Van Diest: een gepensioneerd echtpaar. Ze drentelden geagiteerd naast de rekken. Het dametje luid pratend, haar echtgenoot ongeduldig, omdat niemand hen kwam helpen. Ze wilden viooltjes. De plantjes waren net aangekomen en de schitterende kleuren (wit, roze, bordeauxrood, alle tinten purper, felgeel en oranje) vrolijkten de winkel op. Ik zag ook minuscule, schattige kuipjes met ‘crocus’ (zo geschreven) en hyacint.

Een krachtige, gezette heer was daar ook, met zijn kleinzoon.‘Kijk toch eens, wat een grooooote winkel, met allemaal potten en potten en potten,’ riep hij vrolijk uit, in staccato. Hij keek samen met zijn kleinzoon parmantig in het rond: zij wilden duidelijk een grote, of liever: de groooootste pot!

Ik volgde hun blik. En daar hingen ze dan, beetje terzijde, aan ijzeren haakjes: teergele en purperen hangviooltjes, met bloempjes als brutale kindergezichtjes, in witte plastic ‘hanging baskets’. Te koop aan 0,80 cent per stuk.

Drie plantjes had ik nodig, voor in mijn eigen hangende tuin, voorlopig…. in mijn keukentje!

Aantekening
Viooltjes staan voor nederigheid, Maar niemand minder dan Napoleaon Bonaparte dweepte met viooltjes. Zijn bijnaam was ‘Corporal Violette’. De Romeinen vierden extatische lentefeesten gewijd aan de natuurgodin Cybele en haar partner Attis. Een gilde van speciale boomdragers omwikkelden een omgehakte pijnboom met slingers van viooltjes, want die waren immers ontsproten aan het bloed van Attis.
En de boze god Czorneboh, die fanatiek streed tegen de missionarissen die het christendom kwamen brengen in het land van de Sorben (nu Oost-Duitsland) werd omgetoverd in een rots; zijn lieftallige dochter werd een viooltje. Wie in de Walpurgisnacht (de nacht van 30 april, waarin de boze geesten vrij spel hebben en de heksen hun sabbat vieren) viooltjes vond, kreeg de mooie dochter van Czorneboh tot vrouw.
Dus toch niet zo bescheiden, die viooltjes! 

(Oud dagboekfragment)

DTK 2

Ono no Komachi




Ono no Komachi
Kokinshû, 113, ‘Lente’, boek II.
(Hana wo nagamete - Wijl ik naar de bloemen kijk)


Kokoro kara
ukita fune ni
norisomete
hito hi mo nami ni
nurenu hi no naki

Pousée par mon coeur
dans la frivole vacillante barque
je me suis hissêe
Et pas un jour ou la vague
Ne m’ait aspergêe - pas un jour

Door passie verteerd
stapte ik in het frivool
wiebelend bootje
En geen dag ging voorbij
of ik werd ondergedompeld
-   geen dag ging voorbij


Deze tanka, vertaald uit het Japans naar het Frans en het Nederlands, is van Ono no Komachi, de meest legendarische tanka-dichteres uit de klassieke Japanse literatuur. Zij leefde aan het Japanse Keizerlijk Hof, ten tijde van de Shôwa (834-848) en de Jôgun (859-877). Zij was beroemd om haar schoonheid en haar delicaat en etherisch poëtisch talent.

Langoureus en intens aanhankelijk, reveleren haar gedichten een ravijn van droefheid, die in het Westen alleen maar zijn gelijke vindt in de poëzie van Fernando Pessoa of Konstantin Kaváfis, allebei mediterrane dichters. Ono no Komachi’s tanka’s reflecteren een pijnlijke melancholie en een efemere vluchtigheid, tegelijk met het besef van de vergankelijkheid der dingen - eigenschappen die typisch zijn voor de Japanse ziel.

Ono no Komachi is een van mijn lievelingsdichteressen. Een hele tijd geleden al had ik me voorgenomen haar tanka’s te ‘vertalen’ in het Nederlands, tenminste deze die zonder voorbehoud aan haar worden toegeschreven. Ik bezit een standaardwerk over haar, weliswaar geschreven in het Frans: Visages cachés, sentiments mêlés*. In dit fraaie boek worden haar tanka’s uit het Japans naar het Frans vertaald.

Daar ik tweetalig ben en voldoende Frans ken om vlot in deze taal te lezen en te schrijven, en ik daarenboven enige notities heb van het Japans (ik weet hoe die taal ‘werkt’ en herken in de Japanse versies een heleboel woordjes: Kokoro betekent bijvoorbeeld hart, hana betekent bloem, ni betekent in en no betekent van), zette ik me aan het werk. Uiteindelijk heb ik al een dertigtal tanka’s vertaald! Maar oeps, het was een moeilijke opdracht. Alleen al het aantal lettergrepen – een tanka heeft er 31 - klopte bijna nooit, noch in het Japans, noch in het Frans.

Ik weet dat ‘dubbel’ vertalen niet academisch of wetenschappelijk verantwoord is, maar beleefde een enorm plezier aan mijn zelf gekozen taak. Het knutselen met woordjes alleen al - daar kan ik vele regenachtige ochtenden en namiddagen mee vullen. En tja: de vertaling van een gedicht is al een nieuw gedicht op zichzelf! Ik lees de drie versies luidop en bedenk dan welke van de drie ik het mooist vind. Het Japans klinkt schitterend ritmisch, in het Frans vind ik te veel woordjes, maar lyrisch is dat taaltje wel!

In het Nederlands heb ik het aantal lettergrepen proberen te herleiden naar 31, wat niet altijd lukte. In bovenstaande tanka bijvoorbeeld heb ik het aantal lettergrepen van de twee laatste regels verdeeld als volgt: 6-7 ipv 7-7. Dan heb ik nog ‘geen dag ging voorbij’ herhaald, om nadruk te leggen op de bestendigheid van de tragiek van het ‘ondergedompeld worden’.

Is het niet zo, dat de melancholie in het dagelijks leven voortdurend de kop opsteekt, zij zingt en dreint en aarzelt op de achtergrond, als zachte loungemuziek in een luxueus hotel. Droefheid is altijd aanwezig, het hoort immers bij het geluk, zoals de dood hoort bij het leven.


Nicole Van Overstraeten

Zie: http://www.gallimard.fr/Contributeurs/Ono-no-Komachi

DTK 1 visitekaartje