zondag 21 november 2010

eerste tanka's (1)

een kamer met uitzicht op zee





de zee golft roekeloos
rennende kinderen tegemoet
glimlachend luister ik
naar de woordenvloed
van mijn metgezel






achteloos graaf ik
een kuil in het septemberzand
tot een groot week zeedier
me grinnikend in de ogen kijkt
de maan in mij




een radio, ergens 
luid in de nacht. tegen 
het plafond in deze houten 
hut fladdert wanhopig 
een witte vlinder




het bruine zeewier reikt 
steeds opnieuw naar het water
een geluk, dat terugkeert  
côte d’émeraude 
smaragdgroene zee




in het akwarium
een zeemuis en een slang
op bloemetjesvoeten
ik dacht eraan hoeveel ik
kon winnen met rondlopen





vandaag heb ik je 
uiteindelijk weer ontmoet
de spieren in mijn rug 
werden strak van liefde
je zei: lang geleden, niet?




liefde als subversief gebeuren
heerlijk! maar je mag ze niet 
bovengronds laten komen.
everything ends in disaster!





een kamer met uitzicht 
op zee. wat heb je, vroeg hij
verwonderd. niets, zei ik
alleen maar de terugkeer 
van melk en regen




op het strand een klein meisje
dat me zand, zeewier 
en bloemen wilde voeren
wier geheimtaal ik sprak
zomaar, zonder inleiding





tja, je zei me dat je 
een artiest wilde zijn
of een gauchist
en ondertussen je vrouw
uitbuiten dat het een lust is




een van mijn vele reeksen 'eerste gedichten'. in dit geval zijn het tanka's, met elk ongeveer 32 lettergrepen. maar het zijn evengoed gewoon fijne en leuke 'kleine gedichtjes', geschreven in vorige eeuw, jaren '80...

vrijdag 19 november 2010

halle, of all places






hoesnaak

afgebladderde deuren,
vermolmde luiken.
uit het zwarte gat
sluipt de oude boer zijn kat
sissend naar me toe: weg jij!







natuurwinkel

stukje natuurzeep,
puur plantaardig, lindegeur
in een leuk pakje
verpakt met een touwtje errond
en dan nog een touwtje







kasteel coloma

een geur van klaver.
in de slotgracht plonzen
luidruchtig de karpers.
ach, hoe de baby-eendjes
zich reppen naar de moeder.







de jonge eendjes -
drinken is hun favoriete ritueel.
ze heffen hun kopje,
laten langzaam
een slokje water vloeien.







carnaval

ochtend, carnaval.
ik verf mijn lippen knalrood
en stap in een japon
van onbedaarlijk blauw.
zo treed ik uit het duister.







carnaval, there's something 
in the air! in het cafe
zoent een dame 
verrukt haar twee roze poedels
en ook elke klant






als je de bus neemt naar pepingen en afstapt aan het kerkje, loop je zo de hoesnaak in, waar de beste haiku-dichter van vlaams-brabant woonde: marcel smets. 

volgt een gedicht over de natuurwinkel in halle, over het verrukkelijke kasteel coloma in sint-pieters-leeuw en over de halse carnaval...

donderdag 18 november 2010

hallerbos






boshyacinten
mauve scheerschuim heel luchtig
over gifgroen gras










in het hallerbos
merkte ik maar pas hoe koud 
het was. dorre blaren kraakten 
korzelig onder mijn laars
oh, what a season!










de luchten staalblauw  
de wegen zwart. op het pad
liggen bladeren her en der verspreid
de kleur van de dood is deep purple





in de lente kleurt het hallerbos mauvelilapurperblauwroze. in de winter is het bos koudblauwpaars... 

stationsgedichten






winterstation
op het doorregend perron
verschijnen plotseling
van overal, van nergens
vreemd geklede reizigers







zij draagt de gele schoenen,
hij de gele jas
een plus een is een







de trein der traagheid
vrolijk opent het meisje
haar doosje make-up
oogschaduw, poeder, lipstick
de reizigers kijken steels







ochtend vol nevels
treinen rijden door wolken
van mist en metaal







grote ontsporing
roerloos zit zij op de bank
en wacht op geen trein







station in de mist
lijkbleek wacht de reiziger
op de ochtendtrein







in de stationshal
zomaar uitgestald - duizend
dode herfstbladeren







oktoberochtend
azuurblauwe lucht, vrieskou
zoemen naar de zon





ik neem nog dikwijls de trein naar brussel!