rennende kinderen tegemoet
glimlachend luister ik
naar de woordenvloed
van mijn metgezel
achteloos graaf ik
een kuil in het septemberzand
tot een groot week zeedier
me grinnikend in de ogen kijkt
de maan in mij
een radio, ergens
luid in de nacht. tegen
het plafond in deze houten
hut fladdert wanhopig
luid in de nacht. tegen
het plafond in deze houten
hut fladdert wanhopig
een witte vlinder
het bruine zeewier reikt
steeds opnieuw naar het water
een geluk, dat terugkeert
côte d’émeraude
smaragdgroene zee
in het akwarium
een zeemuis en een slang
op bloemetjesvoeten
ik dacht eraan hoeveel ik
kon winnen met rondlopen
vandaag heb ik je
uiteindelijk weer ontmoet
de spieren in mijn rug
werden strak van liefde
je zei: lang geleden, niet?
liefde als subversief gebeuren
heerlijk! maar je mag ze niet
bovengronds laten komen.
everything ends in disaster!
een kamer met uitzicht
op zee. wat heb je, vroeg hij
verwonderd. niets, zei ik
alleen maar de terugkeer
van melk en regen
op het strand een klein meisje
dat me zand, zeewier
en bloemen wilde voeren
wier geheimtaal ik sprak
zomaar, zonder inleiding
tja, je zei me dat je
een artiest wilde zijn
of een gauchist
en ondertussen je vrouw
uitbuiten dat het een lust is
een van mijn vele reeksen 'eerste gedichten'. in dit geval zijn het tanka's, met elk ongeveer 32 lettergrepen. maar het zijn evengoed gewoon fijne en leuke 'kleine gedichtjes', geschreven in vorige eeuw, jaren '80...