donderdag 18 november 2010

stationsgedichten






winterstation
op het doorregend perron
verschijnen plotseling
van overal, van nergens
vreemd geklede reizigers







zij draagt de gele schoenen,
hij de gele jas
een plus een is een







de trein der traagheid
vrolijk opent het meisje
haar doosje make-up
oogschaduw, poeder, lipstick
de reizigers kijken steels







ochtend vol nevels
treinen rijden door wolken
van mist en metaal







grote ontsporing
roerloos zit zij op de bank
en wacht op geen trein







station in de mist
lijkbleek wacht de reiziger
op de ochtendtrein







in de stationshal
zomaar uitgestald - duizend
dode herfstbladeren







oktoberochtend
azuurblauwe lucht, vrieskou
zoemen naar de zon





ik neem nog dikwijls de trein naar brussel!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten