hoesnaak
afgebladderde deuren,
vermolmde luiken.
uit het zwarte gat
sluipt de oude boer zijn kat
sissend naar me toe: weg jij!
natuurwinkel
stukje natuurzeep,
puur plantaardig, lindegeur
in een leuk pakje
verpakt met een touwtje errond
en dan nog een touwtje
kasteel coloma
een geur van klaver.
in de slotgracht plonzen
luidruchtig de karpers.
ach, hoe de baby-eendjes
zich reppen naar de moeder.
de jonge eendjes -
drinken is hun favoriete ritueel.
ze heffen hun kopje,
laten langzaam
een slokje water vloeien.
carnaval
ochtend, carnaval.
ik verf mijn lippen knalrood
en stap in een japon
van onbedaarlijk blauw.
zo treed ik uit het duister.
carnaval, there's something
in the air! in het cafe
zoent een dame
verrukt haar twee roze poedels
en ook elke klant
als je de bus neemt naar pepingen en afstapt aan het kerkje, loop je zo de hoesnaak in, waar de beste haiku-dichter van vlaams-brabant woonde: marcel smets.
volgt een gedicht over de natuurwinkel in halle, over het verrukkelijke kasteel coloma in sint-pieters-leeuw en over de halse carnaval...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten