woensdag 14 december 2011

yasuda

heb besloten al mijn bijdragen omtrent hauku uit mijn seniorennet-blog yasmin over te hevelen naar deze blog, kwestie van ordenen... dit mijn eerste bericht, ontstaan in de nevelen van toen...                                                         












Klik op de afbeelding om de link te volgen







krokant laagje sneeuw
omringt een eerste krokus
de eenzaamheid, de wegen



De derde dimensie, of haiku in perspectief

Kenneth Yasuda, een Japanner geboren in Californië (1914), studeerde Japanse literatuur in zijn land van oorsprong en keerde terug naar de U.S. in 1941. Het boekje over haiku dat ik van hem in mijn bezit heb draagt een leuke titel:
A PEPPER-POD*, een peperpeultje. Waar die naam vandaan komt zal ik je later nog wel eens vertellen, want ik wil voor jou dringend zijn theorie over horizontale en verticale haiku's samenvatten en in enkele punten verwoorden.

1. K. Yasuda suggereert dat een haiku eigenlijk een geschreven schilderijtje is. Een haiku is tegelijk realistisch en impressionistisch. 

Realistisch, omdat de natuur het onderwerp is, impressionistisch, omdat een vluchtige ervaring van intense schoonheid in enkele verzen - bijna in telegramstijl - tot uitdrukking wordt gebracht.

2. Haiku kan door iedereen worden gelezen. Ook ongeletterden kunnen genieten van schoonheid, logische redenering of intellect zijn niet nodig. De perceptie van de schoonheid bij haiku is gebaseerd op intuïtie, net als bij een schilderij.

3. In vergelijking met de schilderkunst heeft haiku echter een meerwaarde: hier wordt geen beeld, geen vorm of kleur aan de toeschouwer of lezer opgedrongen. De lezer is vrij om zelf die impressie van schoonheid in te vullen. Zijn eigen verbeelding creëert en vervolmaakt het beeld, uitgaande van een suggestie opgeroepen door een luttel gedichtje van maar 17 lettergrepen.

Bij elk van ons is dat beeld anders ingekleurd. We zijn ook volkomen vrij om onze eigen interpretatie te beleven. Wat een ervaring, wat een wonderlijke ervaring!

4. Haiku is naar de vorm een gedichtje, een stukje poëzie geschreven op een blad papier. Haiku heeft een lengte (drie regels) en een breedte (5 lettergrepen, 7 lettergrepen, 5 lettergrepen). 
Maar haiku werkt ook in de diepte. Haiku volgt de wetten van het perspectief, een fenomeen dat in de schilderkunst en de fotografie omschreven wordt als de derde dimensie.

5. De compositie van een volmaakte haiku (compositie = de kunst van het organiseren van de gedachte) zou objecten in hun natuurlijke, harmonieuze ordening moeten tonen. Vooral bij de beschrijving of de evocatie van landschappen zou de haikudichter, bewust of onbewust, de wetten van het perspectief moeten eerbiedigen.

6. Bovenstaand punt kan het best worden toegelicht door de analyse van een voorbeeld. De haiku die ik hier kies is van Kenneth Yasuda himself. Ik heb de haiku zo correct mogelijk proberen te vertalen. Een voorbeeld: 


 
In the moonlight, half-hid

With the silhouettes of leaves
Twits the katydid

Vluchtig vertaald geeft dit:

In het maanlicht

Half verborgen tussen bladeren
Tjilpt de kever




De scène die hier wordt opgeroepen is in perfecte balans.

In eerste instantie prijkt de maan boven het landschap. Maar de maan kan niet op zijn hoogste punt staan (het is de wassende maan), want anders zouden de silhouetten van de bladeren niet zichtbaar zijn. De maan staat dus laag en bevindt zich in de verte. De silhouetten van de bladeren tekenen zich af tegen het maanlicht en half verborgen tussen de bladeren tjilpt de kever (die dus ook even door het maanlicht wordt beschenen).
Het is belangrijk dat de landschapselementen in deze volgorde (maan- bladeren – kever) in de haiku voorkomen. De kever komt laatst, maar bevindt zich het meest op het voorplan, verborgen tussen de bladeren
Als aan deze volgorde niet wordt voldaan, krijgen we eventueel dit:

From the silhouettes of leaves,
Half-hid in the moonlight,
Twits the katydid

Vrij vertaald:

Vanuit het gebladerte
Half verborgen in het maanlicht
Tjilpt de kever


Deze versie werkt verwarrend. We kunnen in onze geest minder vlug het landschap reconstrueren, omdat de volgorde van perceptie door elkaar is gegooid. Het gebladerte en de kever moeten in het gedicht zo dicht mogelijk bij elkaar staan. Het maanlicht schijnt op het gebladerte en op de kever.
Wanneer ons brein eerst het concept gebladerte registreert, dan het maanlicht waarin iets verborgen zou zijn, en er dan uiteindelijk ook nog over een kever wordt bericht, moet datzelfde arme brein heel wat omwegen maken voor het zich de scène die wordt beschreven in deze haiku kan voorstellen en alle elementen in het landschap harmonieus samenvloeien.  

6. Kenneth Yasuda onderscheidt, uitgaande van de compositie en de wetten van de drie dimensies, drie soorten haiku
  • Verticale, waarbij duidelijk een beweging van boven naar onder of omgekeerd in het perspectief kan worden onderscheiden 
  • Horizontale (met een duidelijke horizontale beweging) 
  • Diagonale, waarbij het landschap als het ware langs een schuine lijn wordt opgebouwd

De diagonale lijn is duidelijk aanwezig in bovenstaande haiku van K. Yasuda.
De wassende maan, de silhouetten van de bladeren afgetekend in het maanlicht, met daartussen een tjilpende kever – het landschap dat ik voor ogen heb beweegt duidelijk niet verticaal of horizontaal in de ruimte, maar is schuinvloeiend, oneven als het ware.

7. Een verticale haiku laat een indruk na van verticale lijnen, van omhoog naar omlaag en omgekeerd:

O, the rains of spring!
An umbrella and a raincoat                
Pass by, conversing         
  
        
(Buson)

Vertaling:
 
O, de lenteregens!
Een paraplu en een regenjas
Lopen pratend voorbij

Dit is een hoofdzakelijk verticale haiku, ondanks de aanduiding in het laatste vers dat twee personages voorbijlopen (lopen doe je nu eenmaal horizontaal in de ruimte, niet verticaal of schuin!).

Toch moeten we even nadenken vanuit welk perspectief de toeschouwer, de maker van deze haiku dus, is beginnen schrijven. We zien de personages niet echt. Hoogstwaarschijnlijk bevinden wij ons bijvoorbeeld aan een raam op de eerste verdieping en kijken neer op een paraplu en een regenjas. Vanaf het eerste vers al weten we dat de hoofdlijn in deze haiku verticaal is. Regen valt recht naar beneden en indien hier een schilderijtje van zou gemaakt worden zouden er duidelijk verticale striemen regen op voorkomen.

8. Een voorbeeld nu van een horizontale haiku:

White swans, one or two,
Draw near, pushing the water
For the food I threw
(K. Yasuda)
  
Vert:

Witte zwanen naderen,
Het water vooruitduwend
Voor het voedsel dat ik gooi


In deze haiku onderscheiden we een horizontale beweging. Zwanen glijden sierlijk op het water, horizontaal dus. Het water beweegt ook in eenzelfde richting en voedsel gooi ik liefst naar de zwanen toe in een horizontale beweging van mijn handen.

9. Let wel, de ‘haiku- bewegingen’ komen bijna nooit in zuivere vorm voor. Meestal vinden we een mix van de drie. Maar interessant is het, om de hoofdlijnen in een haiku te leren onderscheiden en zich even te bezinnen over het perspectief dat ons door de dichter wordt aangeboden, om zo het effect van schoonheid nog intenser te ervaren.

10. Harmonische beweging in het landschap is een natuurlijk gegeven. Schoonheid ontstaat wanneer deze harmonie ten volle tot zijn recht komt.
Wanneer de kunstenaar of de dichter intuïtief deze natuurlijke wet van evenwicht weet om te zetten in een mooi schilderij of in een schitterende haiku, smelten inhoud en vorm samen tot één geheel.

Zo, dit was het dan. Ik hoop dat deze tekst voor jou een beetje duidelijk is. Horizontale en verticale haiku’s hebben dus niets te maken met de uiterlijke vorm waarin de haiku op het blad komt (in drie verzen of in een lange zin, of van boven naar onder of van links naar rechts geschreven), maar met de derde dimensie of het perspectief.

* A PEPPER-POD,  a Haiku Sampler, Kenneth Yasuda, Charles  E.Tuttle Company, Rutland, Vermont & Tokio, Japan, 1976

20-02-2007

Geen opmerkingen:

Een reactie posten